2011 Namibia
We waren nooit eerder in Zuidelijk Afrika geweest, ook niet toen onze familieleden er enkele jaren woonden, studeerden en werkten. De prioriteiten lieten het ons niet toe op dat moment om ze te gaan bezoeken. Maar… deze reis zou dat goedmaken. We kozen Namibia vanwege de prachtige foto’s die we er al van gezien hadden. Na een wat hobbelige reis met gemiste tussenvluchten arriveerden we een dag te laat in Windhoek. Het regenseizoen was nog maar pas voorbij en het leek erop dat het zelfs nog even gebleven was. De rit naar de eerste bestemming zuidelijk over route B1 ging onder een zwaar bewolkte hemel met stevige regenbuien…
Door onze te late aankomst begon het al behoorlijk duister te worden nog voor we onze bestemming in Mariental, aan de rand van de Kalahari woestijn bereikten. De GPS stuurde ons ook een gravelroute op richting de Bagatelle Kalahari Game Ranch. Eén van de eerste regels die ik gelezen had over “veilig rijden in Namibia”: “vermijdt rijden op gravelroads bij duisternis en ’s nachts” moesten we alvast over boord gooien want de gravelroad was algauw gehuld in totale zwarte duisternis, zoals dat alleen in Africa kan. Alleen kalmte, rust en concentratie kan u dan helpen…
Fish River Canyon.
De nacht was kort want de route naar Fish River Canyon beloofde lang en niet eenvoudig te worden. We passeerden Keetmanshoop en wat verder dook de gravel-route richting Hobas aan Fish River Canyon op. Die had duidelijk geleden van het slechte weer. Al bij de start bleek de route “gesloten” en was er een omleiding. Er werd gemeld dat de route enkel op eigen verantwoordelijkheid toegankelijk was. De zware regenbuien hadden de route herschapen in opeenvolging van, soms diepe, vijvers en stukjes hogere/drogere route. De waarde om over een hoogliggende echte 4×4 te beschikken bleek daardoor onmiddellijk. Lager liggende all-wheel-drive exemplaren van collega-rijders bleken regelmatig de diepe plassen niet te overleven en bleven dan middenin zo’n plas staan met, letterlijk, verzopen motor. Nogal wat kommer en kwel dus voor velen op de route naar Fish River. Wij, met onze hoge HiLux Toyota, werden algauw het stabiele element van een groepje laaglig-rijders die al te graag in onze buurt bleven, just in case een diepe plas hen zou vellen. Bij valavond naderden we Fish River Canon Roadhouse; het slechste weer was gepasseerd. De ondergaande zon brak laag door en belichte de overblijvende zware wolken van onder. Zo werd de hemel herschapen in een kleurijk schouwspel… zoals dat alleen hier in Africa kan.
Aus, Garib horses en Kolmanskop.
Het bezoek aan de canyon de volgende dag was betoverend. De nog half bewolkte lucht gemixed met een krachtige Afrikaanse zon was als buskruit. We bleven in de canyon tot na zonsondergang en tot dat iedereen al verdwenen was en we zagen dat, in de verte, de laatste bewakingsmensen van de canyon ook de plaat poetsten. De rust in de canyon was totaal op dat moment.
Voor onze volgende bestemming in Aus was het terugrijden over de verzopen route van twee dagen geleden noodzakelijk, maar tot onze grote verbazing was al het water verdwenen en lag de route er fris en monter bij. Alleen het laatste stuk was nog steeds gesloten en werd omgeleid via de D545, een best leuke 4×4 route. In Aus hadden we nog tijd om de wilde desert horses van Garub te gaan zoeken. De geschiedenis van deze paarden gaat ver terug maar is niet helemaal duidelijk. De meest plausibele uitleg is dat het nazaten zijn van militaire paarden die na de (kolonisatie)oorlogen van/met het Duitse leger werden losgelaten in de wildernis. Ze slaagden erin te overleven, zich te vermenigvuldigen en een nieuw leven uit te bouwen in de Namibische desert. De kracht van de natuur! We waren de enige toeschouwers van dit schitterende schouwspel op dat moment. Indrukwekkend.
Vanuit Aus deden we een daguitstap naar Luderitz, toch nog een eenzame rit van 120Km door de barre woestijn. Daar hadden we een eerste keer contact met de zuidelijke Atlantische oceaan. Luderitz ligt er totaal geïsoleerd van de rest van de wereld, eenzaam aan de oceaan. Vlakbij het beroemde Kolmanskop, het vervallen diamantcentrum dat geleidelijk terug door de woestijn werd geclaimed. Het stadje werd volledig verlaten in 1956 na afzwakking van de diamanthandel aldaar door de opkomst van rijkere diamantgebieden meer zuidelijk. De gebouwen worden geleidelijk opgeslokt door woestijnzand want aanleiding geeft tot hoogst eigenaardige beelden.
Wolwedans en de fairy circles, onvergetelijk.
Met gravelroads hadden we al kennis gemaakt maar nu begon het echte werk, een beetje buiten Aus start C13 in noordelijke richting. De ingang van C13 is sprekend… een lange kaarsrechte, zinkende gravelroad in de opdoemende Namib desert. Ik herinner me dat ik even stopte aan de C13 rand en Kris vroeg of we er klaar voor waren om de Namib in te duiken; de volgende 700Km naar Sossusvlei en Walvisbaai is er geen cm asfalt meer beschikbaar en zijn er heel weinig medereizigers en levende wezens te bespeuren. Ze knikte overtuigend instemmend! Op naar Wolwedans Dune Camp in het prachtige natuurreservaat van de NamibRand waar we enkele dagen geboekt hadden; een gravel-rit van 280Km. We lieten ons ook verleiden om de 140km-lange scenic route D707 door de woestijn te nemen; een onvergetelijke belevenis van prachtige, kleurrijke woestijnlandschappen en we waren letterlijk de enigen om het te beleven. Alleen bij de ingang ontmoetten we in tegengestelde richting een andere 4×4 reizende familie waarmee we checkten of de route geen al te grote problemen veroorzaakte; op een paar punten bleek er nood aan 4×4 capaciteiten maar dat was niet onoverkomelijk.
We passeerden enkele nederzettingen waarvan eentje genaamd “Werelds End”. Het plaatsje wordt o.a. vermeld in het fantastische reisverhaal-boek “Solitaire” van Ton van der Lee; hij beschrijft het als een eenzaam kruispunt in een lege, witte vlek op de kaart. En inderdaad dat is het ook, klopt dus. Het boek is een aanrader als je van plan zou zijn een gelijkaardige reis te ondernemen. Nu bereiken we de rand van NamibRand, een prachtig half-woestijn-gebied waar de overgang naar de echte Namib woestijn begint. Een nauwelijks opvallende poort in de omheining vermeldt discreet “Wolwedans Nature Reserve”. We openen de poort want hier hebben we voor een paar dagen geboekt. Het welkoms-bord vermeldt dat de receptie nog 34km verder ligt langs het karrenspoor door de woestijn; van een indrukwekkende inrij gesproken zeg. Men raadt ons aan het spoor vooral niet te verlaten want in de woestijn is het erg-moeilijk navigeren. Enkele km’s verder op het spoor worden we opgehouden door een groepje jonge struisvogels die als gek voor ons uit blijven lopen in plaats van de weg te verlaten en hun ouders te vervoegen die wat verder in het hoge gras bezorgd toekijken. Hopelijk vonden ze hun ouders terug want er zijn genoeg dieren hier die een struisvogeltje wel lusten. Het welkom is hartelijk. Het Wolwedans Dune Camp ligt bovenop een immense rode duin en bestaat uit een 6-tal ruim van elkaar gescheiden tent-accomodaties waarvan wij de voorlaatste krijgen toegewezen; er is enkel nog één andere tent in gebruik. Wat verder is er ook een restaurant-tent. Behoorlijk luxueus kamperen zou ik dit noemen! Minder dan een jaar geleden nog boekten Brad Pitt en Angelina Jolie & kids het gehele Dune Camp voor hun vakantie. Nu wij 😜, althans één van de zes tenten. We zijn er zeker van dat Angelina en Brad in onze tent de nachten doorbrachten; ze moesten zich toch tussen de tenten van de kids opstellen!
Na een heerlijke woestijn-nachtrust tracht ik de zonsopkomst boven de woestijnduinen fotografisch te capteren. Mijn vaardigheden i.v.m. long exposure fotografie zijn nog recent in 2011 en ik maak de nodige beginnersfouten. Ik zou eigenlijk nog eens terug moeten reizen om die foto’s nog eens opnieuw te maken met mijn huidige kennis en apparatuur. We krijgen we een persoonlijke begeleider toegewezen; hij gaat ons Wolwedans laten zien. Hier zelf rondhossen is niet toegelaten, daarvoor is de natuur te kwetsbaar en men wil Wolwedans vooral intact houden. Helemaal terecht vinden we, dit is echt uniek en onvervangbaar. Het rijden in het reservaat gaat over enkelrichting paden. In geval er een tegenligger opduikt is het verboden om uit te wijken; enkel achteruit rijden tot een natuurlijke verbreding van het pad is toegelaten om elkaar te kruisen. Gelukkig is het verkeer hier heel, heel beperkt; we ontmoetten gedurende de ganse dag niemand. Alleen tijdens een stop in Wolwedans Boulder Camp maakten we kort kennis met de beheerder aldaar.
Na het zeer natte regenseizoen dat Namibia in 2011 achter de rug had zijn grote delen van de rode Wolwedans-woestijn bedekt met groenig hoog woestijngras. Blijkbaar een zeldzaam fenomeen dat we toevallig voorgeschoteld krijgen. Merkwaardig zijn de vele en mysterieuze “fairy circle’s” die typisch hier voorkomen. Het zijn ronde plekken in het woestijngras die om één of andere reden onbegroeid zijn. Het staat wetenschappelijk nog altijd niet echt vast wat daarvan de juiste oorzaak is. Boeiend! De subtiele, pastelkleurige Wolwedans landschappen zijn, wat mij betreft, het mooiste natuurspektakel dat ik ooit meemaakte.
Sossusvlei en Big Daddy.
En toen moest Sossusvlei nog komen. Sesriem, de nederzetting waar de ingang van Namib-Naukluft National Park zich bevindt lag maar twee uurtjes rijden verder. Van Sossusvlei had ik, eerlijk gezegd, gedroomd bij de voorbereiding van deze reis; achter mijn computer gepland welke foto’s ik wilde maken. Dat gedeelte van de reis was dan ook behoorlijk voorbereid. Zo had ik ge-researched dat er slecht één mogelijkheid was om sunrise foto’s te maken van Sossusvlei. De parkingang in Sesriem wordt pas bij zonsopgang geopend. Gezien er nog een 90-tal km moet gereden worden om Sossusvlei te bereiken is het dus, in principe, onmogelijk om de zon te zien opkomen in de Sossusvlei heuvels… tenzij je erin slaagt om reeds in het park te zijn vóór zonsopgang, want dan hoef je de ingang niet te passeren. De enige mogelijk bestond erin te boeken in de enige lodge binnen de grenzen van het park, nl. Sossus Dune Lodge, en daar te overnachten. We waren er inderdaad in geslaagd een kamer te boeken in deze relatief dure lodge; duur natuurlijk vanwege de bevoorrechte locatie in het park. Twee uur voor zonsopgang, in de pikzwarte nacht, staken we van wal en reden de weg richting kust en Sossusvlei in. Behalve een ander koppel, met dezelfde ambities, was er niemand met hetzelfde plan. Een tijd lang zagen we elkaars autolichten in de verte maar ook dat verdween na een tijdje; alleen pure duisternis en de wetenschap dat rondom prachtige oranje duinen moesten liggen vergezelde ons. Stilaan werd het minder zwart en werden silhouetten van de heuvels zichtbaar. We passeerden de ingang van het 4×4-only spoor dat tot dieper in Sossusvlei doordringt. Bij naderende zonsopgang boven de heuvels bereikten we Big Daddy, de beroemde duin aan de linkerkant van de vallei. Door het eerdere natte regenseizoen had overigens in de vallei, een aantal weken voordien, daadwerkelijk een woestijnrivier gevloeid, een uitzonderlijk fenomeen. De ondergrond was dus nog behoorlijk drassig; 4×4 vaardigheid was dus een absolute vereiste. Het werd steeds dreigender en we besloten de 4×4 achter te laten en Big Daddy te beklimmen om tijdig de opkomende zon vanuit de heuvels te kunnen capteren. De resultaten ziet u in de fotoreeks Namibia Zuid en West. Het kon beter inderdaad, maar de foto’s blijven behoorlijk uniek. Zoals eerder vermeld zal ik nog eens terug moeten reizen om het beter te doen.
We bleven de hele dag in de duinen en op de vleien bezig. Met de heerlijke zon aan de hemel waren natuurlijk ook meer mensen opgedaagd, zodat het er gezellig druk werd af en toe. Zo werd het een only-4×4-rijders feestje daar. Ook het beroemde Deadvlei deden we aan natuurlijk. De miljoenen foto’s die al van de naakte dode bomen werden gemaakt hielden ons niet tegen om er ook foto’s van te maken. Het is geweldig merkwaardig dat de meeste van deze behoorlijk oude bomen nog steeds geen tekenen van verrotting vertonen. We bleven er rondhangen tot de zon alweer achter de duinen begon te verzinken en het was behoorlijk duister wanneer we terug de Sossus Dune Lodge bereikten. Als dat geen topdag was. Moe maar tevreden deden we ons tegoed aan een heerlijk diner als afsluiting van onze Sossusvlei-expeditie.
Bij terug opnemen van de draad van dit verhaal sta ik verwonderd over hoe scherp ik alle details van deze reis nog voor de geest kan halen na bijna 10 jaar. Het bewijst dat reizen veel toegevoegde waarde heeft en de herinneringen zich in onze geest nestelen. Ze hebben daardoor ook een invloed op onze houding en kijk op het leven en de wereld. Ik geloof dat die invloed positief is en onze geest verrijkt. Het bewijst ook hoe we van deze reis genoten hebben.
Solitaire, appeltaart en de Rostock Desert Lodge.
Onze volgende bestemming, Rostock Ritz Desert Lodge, ligt slechts 135km verderop en tussenin een leuk vooruitzicht eindelijk Solitaire aan te kunnen doen. Ik beëindigde het lezen van Ton van der Lee’s boek “Solitaire” op het vliegtuig hierheen. Het ongelofelijk interessant reisverhaal, met hier en daar wat roman-eigenschappen, is een aanrader, zelfs een must voor Namibia reizigers. Na een spannende, boeiende reis doorheen Namibia komt Ton van der Lee in Solitaire terecht, leeft er zich in, besluit er te blijven wonen en draagt in belangrijke mate bij tot de ontwikkeling ervan in dit eenzame deel van Namibia. Het evolueert van een gewoon benzinestation tot een verzamelplaats van reizigers die zich tegoed komen doen aan de ondertussen legendarisch geworden appeltaart. Het locale restaurant noemt dan ook niet toevallig “Cafe van der Lee”. Ik weet niet of het anno 2019 nog steeds geldig is maar in 2011 was het nog een heel interessante belevenis om er te verblijven.
Het was in de geweldig gelegen Rostock Ritz Desert Lodge, met zijn 10km lange inrijroute en de leuke hut-achtige kamers met uitzicht op de immense vallei, dat Kris ’s nachts zenuwachtig-fluisterend vroeg “hoor jij ook dat geritsel daar achter de koffers in de hoek?”. Ik moest toegeven, inderdaad er werd geritseld daar in de hoek. Mijn snelle diagnose was duidelijkheid maar moeilijk te communiceren naar de vraagsteller. “Niet erg… volgens mij zijn dat woestijn-eekhoorntjes aan de buitenkant van de hut” meldde ik. Door de verzachtende invloed van de lekkere wijn, die we bij het diner hadden genuttigd, ging mijn diagnose er als zoete koek in. De rust en slaap keerde weer in de hut. Pas in de ochtend, met klare kijk en geest, kon ik de situatie iets nader bij de realiteit brengen; “… woestijn-eekhoorns en woestijnratten lijken wel geweldig op elkaar hier, heb ik gelezen” zei ik achteloos. De realiteit drong door maar kon op de nodige hilariteit rekenen die ze nodig had. De foto met de immense groenige vallei en de schitterende rozig bewolkte zonsondergang toont de Rostock Desert Lodge heel klein op de flank van de heuvel in de verte. Alweer een aanrader dus voor reizigers die wat geritsel in de hoek wel kunnen appreciëren of tolereren.
Walvisbaai en Swakopmund.
De Rostock Ritz ligt slechts enkele km’s van de 90 graden linkse knik in de weg die de doorgang van het Namib Naukluft Park richting Walvisbaai aankondigt. De rode duinen zijn hier al verdwenen maar zo’n half-woestijn blijft prachtig om door te cruisen met de 4×4. In Walvisbaai zijn er terug tekens van bewoonde wereld en we ontmoeten de zuidelijke Atlantische oceaan alweer. We hadden er om 9u ’s morgens al een Marine-cruise in de beschermde lagune van Walvisbaai geboekt. Het was dus reppen om de boot te halen. De route liep van de haven in Walvisbaai naar Bird Island en vervolgens naar Pelikan Point. Zeehonden, dolfijnen, schitterende zeevogels, flamingo’s, pelikanen en afsluitend een glaasje mousserende wijn maakte dit meer dan de moeite waard om te beleven. We houden er ook van om een ecologisch verantwoord spoor na te laten van onze passage door af en toe een geo-cache te zoeken en vinden. Zo pikten we in de buurt van Walvisbaai, op weg naar Swakopmund, de Laguna cache, de Namibia Dune cache en de Krystall Gallery cache op en lieten onze geschreven log erin achter. Het was leuk verblijven in Swakopmund en flaneren op de pier. Ik maakte enkele leuke shots van enthousiaste Namibische bezoekers op de pier en het Sandfields Guesthouse, waar we die avond logeerden, had voor ons een reservering om te dineren in een leuk restaurant aan de Swakopmund pier geregeld. Gezellig!
Twyfelfontein, Damaraland.
!
(wordt vervolgd) We zijn er nog lang niet! Dit wordt een heus boek! 🙂
2 reacties
Permalink
Wat een boeiende reis in zo’n een prachtig land , het is verteld op een manier dat je direct de reis wil doen.wij lezen met plezier verder.
Permalink
Ik ben mijn literaire vaardigheden aan het testen Lies 😜! Ben al blij dat iemand, en vooral jij, het leest! Zo vind ik de moed om het verhaal af te maken. Groetjes.